Afkortingen

BE: Broodeenheid

Een meeteenheid voor de bepaling van de hoeveelheid koolhydraten. 1 BE komt overeen met 12 g.

CC: Carbohydrate Choice (koolhydratenkeuze)

Een meeteenheid voor de bepaling van de hoeveelheid koolhydraten. 1 CC komt overeen met 15 g.

CGM: Continuous Glucose Monitoring (continue glucosemonitoring)

Een systeem voor het meten van glucosespiegels door middel van een kleine sensor die onder de huid is geplaatst en het weergeven van deze glucosespiegels in een app.

g: Gram

Een metrische eenheid van massa die gelijk is aan een duizendste van een kilogram.

GMI: Glucosemanagementindicator

Deze waarde wordt berekend uit je gemiddelde glucosewaarde en schat je HbA1c.

KE: Koolhydraateenheid

Een meeteenheid voor de bepaling van de hoeveelheid koolhydraten. 1 KE komt overeen met 10 g.

MAD: Mean Absolute Deviation (gemiddelde absoluut verschil)

Het gemiddelde van de absolute afwijkingen van de continue glucosewaarden van de gelijktijdig gemeten bloedglucosewaarden.

MARD Mean Absolute Relative Deviation (gemiddeld absoluut relatief verschil)

MARD is het gemiddelde van de absolute relatieve afwijkingen van de continue glucosewaarden van de gelijktijdig gemeten bloedglucosewaarden.

OS: Besturingssysteem

Een verzameling software die hardwarebronnen van computers en mobiele apparaten beheert en algemene diensten levert voor computerprogramma’s en apps.

U: Eenheden

Een meetstandaard van een fysieke hoeveelheid.